Appelstrudel

Verwarm de oven voor op 180°C.
Week de rozijnen een halfuurtje in een scheutje rum. (Je kan deze ook in water laten weken.)
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in grove stukken.
Smelt een klontje boter in een pot en voeg de appelstukjes toe.
Snijd het vanillestokje overlangs en schraap de zaadjes eruit. Voeg de zaadjes, het vanillestokje en de rozijnen toe aan de appels, samen met de suiker. Kruid het mengsel naar eigen smaak met wat kaneelpoeder.
Laat 10 minuten sudderen met het deksel op de pot, verwijder vervolgens het deksel, voeg het amandelpoeder toe, roer alles goed om totdat je een “droge” appelmoes krijgt.
Haal de pot van het vuur, verwijder het vanillestokje en laat volledig afkoelen.
Rol het bladerdeeg uit op een ovenschaal bekleed met bakpapier.
Schep de appelmoes in de lengte over het midden van het bladerdeeg.
Klop de eidooier los met wat water en strijk de zijkanten in.
Nu vouwen we de strudel dicht, vouw eerst de lange zijkanten van het deeg over de vulling en daarna de kortere. Rol de volledige strudel om zodat de naad van onderen ligt.
Strijk de volledige strudel in met het eigeel.
Plaats in de voorverwarmde oven en bak +/- 25 minuten goudbruin. Controleer regelmatig. De baktijd is afhankelijk van het type oven.
Serveer de strudel lauw, bestrooi met wat poedersuiker of een bolletje vanille-ijs.

Geniet van je appelstrudel!